Waar moet ik beginnen?
Eerst een disclaimer. Ik wist van te voren waar ik aan begon. Ik heb alle filmpjes bekeken, en elk verslag (in welke vorm dan ook) gelezen waar ik mijn handen op kon krijgen. Ik zal proberen dit verslag zo gedetailleerd mogelijk te maken, misschien heeft een toekomstig Norseman deelnemer er wat aan.
De Norseman heeft een grote naam. Mythische proporties, episch verhaal. Ik sta (technisch gezien zit/lig ik, maar jullie begrijpen wat ik bedoel) voor jullie als iemand die is gebroken door deze race en er tegelijk ook weer door is opgebouwd.
Norseman: Punt tot punt race in Noorwegen, met 3100 hoogtemeters op de fiets, en ruim 1500 met het lopen. De organisatie verzorgt (bijna) niets. Je neemt verplicht een supportcrew mee (in mijn geval mijn vader Douwe, en mijn broertje Emile). Het lopen finisht boven op de top van de Gaustatoppen, 1880 meter. De laatste 5km is volledig onverhard en soms met handen en voeten. Je supportcrew (in mijn geval broer Emile) moet vanwege veiligheidsoverwegingen mee omhoog. Bam.
Laat ik allereerst zeggen dat dit veruit het zwaarste is wat ik ooit heb gedaan in wedstrijdverband, dat dit meer doorzettingsvermogen heeft gevergd dan ooit, en dat ik mijzelf meerdere keren hard ben tegengekomen. Je kunt je niet verschuilen in de Norseman. Er is geen “easy way out”.
Ironman (of Irondistance) wordt omgeschreven als een test van karakter. Als ik eerlijk ben, vind ik dat over het algemeen wel meevallen. De afstand ligt me. Stoppen zit niet in mijn aard. Ik bereid me goed voor.
Ik was niet voorbereid.
Niet op dit tenminste. Voor degenen die geen zin hebben in een lang verhaal; hier de TL;DR versie:
4400 meter zwemmen. Schouder geblesseerd. Redelijk gezwommen. Fiets beginnen met 35km klimmen naar 1200m hoogte. Daarna plateau waar de wind loeihard van voren komt. Regen. Mijn fietskleding die door het per ongeluk verkeerd opbergen van mijn wetsuit kletsnat is. Een klimmetje loeiheet. Daarna bakken met regen, hagel, mist en kou in de klimmen daarna. Verkleumd. Misselijk. Geblesseerd aan de knie, pijn bij het klimmen. Na laatste klim “Vals plat”. Wederom loeihard wind tegen, 39/24-28 vooruit. Lange afdaling lekke band. Nieuwe binnenband, lucht erin, meteen weer lek. Geen binnenbanden meer. Supportcrew al in T2, 12km verderop. Opgebeld. Al onderweg. Binnenbandje gekregen van passerende supportcrew van een ander. 20 minuten langs de kant gestaan. Lopen flink warm. Vlak mijn r##t. Vanaf 25km 10% omhoog. Bizar. Laatste 5 “onverhard”, oftwel klauteren over rotspartijen, soms met handen en voeten. Aan de finish na 12.45, 12e plaats. Daarna de 5km weer terugwandelen naar beneden. #BAM!
We vertrokken woensdag richting het Noorden .De aanvang was uitdagend, vooral omdat er ‘s ochtends nog een stuk van mijn triathlonstuur afbreekt. Gelukkig is creatief ingrijpen bij sponsor CycleTrend de oplossing, waardoor ik toch kan starten.
De reis was goed, helaas de bus begrensd op 120. We sliepen in Ovre Eidfjord, een klein gehucht een paar kilometer buiten het iets grotere gehucht Eidfjord, daar waar de start is.
Omdat het al rond etenstijd was besloten we een hapje te doen in Eidfjord bij Viks. De omgeving is ronduit indrukwekkend. Het fjordwater is glashelder en de rotswanden imposant.
Op het terras kregen we de speciale Norseman kaart voor de neus. Elandburger, daar stond onze naam op. Een chutney erbij, aardappeltjes met rozemarijn, niet slecht.
Pas op; Noorwegen is duur; voor 3 burgers en een biertje (voor vaders) rekenden we rustig €75 af. Hadebra!
Op de camping Saebo werden we verwelkomd door de nederlandse beheerder. Easy peasy, een trekkershut met minimaal comfort. Maar dit is Norseman.De nacht was ok, helaas waren de lokale houtzagers erg actief. Afzien, die Norseman.
Vrijdag; eerst de social swim. 0900 lekker poedelen en zoetigheid naar binnen proppen van wedstrijdsponsor United Bakeries. SC Emile zwemt ook even mee. Een opvallend gezicht; een powerlifter van 110kg die tussen de ecto neopreen omhulde triatleten in de zwembroek te water gaat. 1-0 voor wat betreft de psychologische oorlogsvoering.
Daarna spulletjes ophalen en het wordt nu echt. Ik fiets nog van de camping tot aan de Mabo tunnel, want door de tunnels lijkt me niet veilig. Ik fiets 25 minuten omhoog in de hitte, ben in 5 minuten weer beneden. Dit beloofd wat.
Na een flinke lunch en een tukje is het tijd voor de wedstrijdbriefing. Deze wordt gehouden in een grote zaal zonder stoelen. En bij de start is meteen duidelijk dat dit een wedstrijd is anders dan elke andere. We luisteren een minuut of 10 naar Noorse zang. Mooi, kippevel soms.
We worden gewaarschuwd voor gevaarlijke wegdelen, het weer en op het verkeer.
De nacht is kort, maar goed. Een kort ritje brengt me aan de kade, de fiets wordt geïnstalleerd. De ferry staat klaar. Geen ontsnappen meer. Mijn schouder voelt maar matig en ik hoop dat ik het zwemmen doorkom. Het wachten op de ferry duurt lang. Veel mensen zien er gespannen uit, ijsberen heen en weer. De Nederlandse delegatie klit bij elkaar. Dirk Wijnalda, Peter Vocking en ook Merijn Schuurman zijn present als atleten. Topcoaches Marc van der Kort, Gonny Rosendaal (zelf al eens 2e hier!) , Tjardo Visser en Yneke Vocking staan te trappelen om ons die bergen over te motiveren.
Dan gaat de klep omlaag. Zo hoog is het niet. Ik spring er iets eerder af dan ik van plan ben, maar gelukkg valt de temperatuur van het water mee. Het veld is klein, dus ik hoop op zo weinig mogelijk gedoe. Het is immers de 1e divisie niet!
Zwemmen: 1.03.16: 8e zwemtijd.
De hoorn gaat af en ik begin zo beheerst mogelijk. Het is nog schemerig, maar het zicht is goed. Ik heb paracetamol ingenomen, vooral voor de placebo functie. Heerlijk, placebo.
Ik kom rustig in een ritme en zie dat ik redelijk vooraan lig. Het water is niet zo mooi rustig als in de filmpjes, en we hebben wind tegen. Wat er voor me ligt haal ik in en hoe verder we komen hoe beter ik me voel. Ik kan niet voluit zwemmen, maar hier ben ik al heel blij mee. Uiteindelijk als 9e uit het water na ruim 1 uur en 3 minuten. Achteraf hoor ik van meerder atleten dat hun gps 4400 meter aangaf.
Een gecontroleerde wissel, lichtjes aan, hesje aan.
Fietsen: 6.59.32 23e fietstijd.
Vlakke aanzet, maar al gauw gaat het omhoog. Het blijft omhoog gaan en er komt eigenlijk nauwelijks verlichting in de 35 kilometer die komen. Al snel komt Dirk voorbij mij en Markus Stierli de latere winnaar. Ik rijd mijn ritme op 39*28 en soms 24. Ik zie Merijn nog even maar verder is het een vrij compact geheel. Geen atleten die er doorheen zakken of die voorbij vliegen. De omgeving is echt zo indrukwekkend dat het af-en-toe lastig is het kopje erbij te houden. Het is makkelijk om je te warm aan te kleden, en dat is dus ook het geval.
Dan komen we op Dyranut. Dit is de aanvang van het plateau. En wat je kan verwachten gebeurd. Een kleine hiccup in de communicatie tussen suppertcrew en mij. Ik krijg mijn voeding en bidons, maar de kleding is onvindbaar. In de hectiek van T1 is het wetsuit in mijn fietstas terecht gekomen en is alles drijfnat. Oei. In de kilometers die volgen stop ik nog 2 keer, voordat ik een reserve jasje heb.
Leuk feitje: Deze foto stond al in Der Welt en El Pais. Worldwide baby!!
Het is fris bovenop. Mijn schouders verkrampen en de wind loeit hard, voornamelijk tegen. Het is dan duidelijk dat het een lange dag gaat worden. Ik graaf mezelf in op mijn ligstuur en probeer tempo te maken. De wind is niet aflaten, het is koud. De omgeving is buitenaards en van alles verlaten. Ik vraag me dan voor de eerste keer af, waarom doe ik dit eigenlijk? Misschien toch maar de laatste keer?
Eenmaal in Geilo (spreek G uit als een zwangere J!), is het weer bijvoeder tijd. Marco Douma, binnenkort deelnemend aan de epische Axtri, staat daar, met Friese vlag, te supporteren. Een mooie afleiding voordat het klimwerk weer begint.
4 klimmetjes, tussen de 3 en 10 kilometer lang, met percentages oplopend tot 10%. Sweet. Ik heb dan nog lange mouwen aan en dat breekt me meteen op. Het is warm heuvel op en na kort contact met de SC geef ik mijn jasje af. De afdaling is in orde, maar in klim 2 wordt het weer slechter en mijn knie ook. Ik kies voor nog wat pijnverlichting en een fietsshirt, wat na de plensbuien en hagel wordt aangevuld met het toch al natte windstoppertje.
En als het geheel wordt aangevuld met mist en het serieus koud blijft gaan ook de arm- en kniestukken aan. Beste keuze ooit!! Op dat moment is het weer intens slecht, ben ik doorweekt. Ik kom niet vooruit en ik zie letterlijk geen hand voor ogen. Tijdens de afdaling zie ik ook niets, niet met of zonder bril, zo hard komt de regen/hagel naar beneden. “Ik stop met triathlon momentje 2”.
Alleen de laatste klim nog. De klim naar Immingfjell, eentje met een naam. Het regent nog iets, maar het warmt ook op, ik houd alles aan, want de afdaling is weer fris. Bovenop Immingfjell schijn je bij de dam je laatste momentje met je SC te hebben. Schijn, omdat je er geen hand voor ogen zag. Laatste momentje omdat je ze dan vooruit stuurt naar T2 om alles op te zetten.
Na Immingfjell heb je namelijk ongeveer 10km “Vals plat” en daarna 30km afdaling. Dat gaat snel, en aangezien de race van punt naar punt is, en jij en je SC T2 nog nooit hebben gezien, wil je dat ze alle tijd hebben om alles voor te bereiden.
Maar dan komt het moeilijkste moment. Je bent zo gefocust op het einde van het klimmen, het einde van de pijn dat de klap hard aankomt. Het vals plat is erg vals. Met kleine klimmetjes en moordende wind tegen. Mist nog steeds. Ik kom nauwelijks vooruit. Ik heb het gevoel dat ik achteruit ga. Moment 3. Zekerheidje. Dit is het. Voortaan alleen nog maar bier drinken.Kom op zeg.
Maar ter plekke stoppen is ook weer wat dus ik trap maar door. De afdaling is snel, met een paar gevaarlijke haarspeldbochten, zeker als je geen hand voor ogen ziet. Ook de weg is slecht te noemen. Billen niet van het zadel lichten, voor je het weet ben je het achterwiel kwijt. Is ook zonde.
Dan 12km voor T2. Klapband. Ik stuur beheerst naar de kant van de weg en onderdruk Wiggins achtige opwellingen. Ik twijfel er ook aan of ik zo’n mooie worp in me heb. Een nieuw bandje erin, cartridge erop. Weer bam. De peop zit nu stevig tegen de ventilator. Ik bel mijn supportcrew (gelukkig telefoon bij) en de verbinding is enorm slecht. Perfect. Gelukkig hadden ze aan een half woord genoeg. Ze zijn onderweg.
Daarnaast kickt de Norseman saamhorigheid in werking. Crewauto en 2 auto’s van andere atleten stoppen. De laatste heeft een reservebandje bij. Ik ben voorzichtig en kan weer onderweg. Eindresultaat: 20 minuten langs de kant. Ik passeer al snel mijn SC, die mij gelukkig zien en de skills hebben om toch nog ruim voor mij weer op T2 te zijn. Respect!
Op dat moment is de angel er een beetje uit. In mijn hoofd zijn hordes mensen me gepasseerd (is niet zo) en is een top 10 notering ver uit zicht (is ook niet zo). Op dit moment is het geen koers meer. Het is finishen.
Wissel: Je fiets zo het PF binnen. Doen ze niet moeilijk over. Waarom ook.
Lopen:4.38.32 10e looptijd.
Zo klote als ik me voelde, zo licht voelen de beentjes. Dat is mooi. Ik spreek met mezelf af alleen maar op souplesse te lopen. De weg is allesbehalve vlak. Rolling is een beter woord. Het is warm, en zeker naar het eind toe.
Ik zie mijn SC regelmatig en krijg voldoende binnen. Maar ik zie, na het inhalen van een atleet in de eerste 5km, niemand. Heel soms, heel ver weg. Om de 2km staat er een afstandsduiding en het aftellen kan beginnen.In de vallei is het serieus warm. Hoog in de 20 ergens.
Na ruim 20km zie je de berg voor het eerst. In nevelen gehuld, dat wel. Scary sh#t.
Dan ben je op checkpoint 1. 25km. Zombie Hill kan beginnen. Ik ren zolang mogelijk door. Maar ik heb de moed niet meer. Ik ga over in een flinke pas. Nog steeds sneller dan de 2 atleten voor me. Maar die komen tergend langzaam dichterbij. Bij het checkpoint bieden ze water aan, bananen en een bekertje met zoute drop en worst. Bijzondere combi. Ik ga voor de drop en vraag de SC hiervan nog wat mee te nemen. Regelmatig eet ik er nog van. Lekker, anders dan alle zoetigheid.
De kilometers gaan tergend langzaam voorbij. 28, 30,32. Dan is er checkpoint 2. Nog steeds geen idee waar ik lig, maar het zwarte shirt is in de pocket. De weg is steiler dan welk filmpje ook kan uitdrukken. Met wandelen reikt mijn hartslag nog steeds naar Z2/3. Bijzonder. Hier vertellen ze ook dat de lift stuk is. Dus iedereen (ook atleten) lopen weer naar beneden. Dat kon er ook nog wel bij.
Dan vlakt het af richting laatste checkpoint op 37.5km. Ik probeer hard te lopen, maar dat langer en vaker gemoeten. Ik haal nog een atleet in. Dan is daar het laatste gedeelte. Onverhard.
Emile staat klaar met mijn rugzak. Geleverd door Runnersworld is het fuctionele Adidas runningrugzakje mijn reddingsboei in geval van nood. Warme kleren, eten, drinken, headlight. Hij is er klaar voor. We gaan. Opeens zijn er een hoop atleten in de buurt! Een Noorse atleet welke de hele tijd bij me in de buurt was, gaat ervandoor. Bizar om het te zien, zo soepel. Pakt uiteindelijk 10 minuten!!!!
Voor mij is de wedstrijd wel over. Nu gewoon omhoog. Ik laat Emile het ritme maken, het is lastig een weg te vinden zonder pad. Door de mist weten we ook niet echt waar we heen gaan. We komen de eerste vrouw tegen. Ik feliciteer haar, maar ze kan niet praten. Even later komt de latere winnares voorbij die haar (en mij) laat staan als toeschouwers. Zo soepel vliegt ze omhoog. Ze komt zichzelf blijkbaar later wel weer tegen, want finisht maar kort voor me. Het pad is soms onzichtbaar en onbegaanbaar, handen en voeten tegelijk. Ik had misschien toch beter iets steviger schoenen aangetrokken. Maar dan is de finish er opeens. Ik ben er….
Eindtijd: 12.45.05. 12e plaats, 13e overall.
De finishplaats is klein, en na een tijdje napraten met Merijn en een paar andere atleten word er op mijn schouder getikt. Organisatie. Of ik misschien mijn wafel kon opeten en *nudge nudge*. Ik vraag of hij me eruit schopt. “Eigenlijk wel”, antwoord hij met een lach op het gezicht. Er komen een hoop atleten aan.
Dirk wordt superknap 2e, Merijn zit kort achter mij. Peter heeft het zwaar op het laatst, maar is ruimschoots een zwart shirt.
We gaan op weg naar beneden. Ironsherpa Emile fungeert eerst als leunpost, en dat helpt de bovenbenen. Langzaamaan warmen die weer op. Het is best koud de eerste kilometers, maar hoe meer we dalen hoe beter het wordt. Ruim 2 uur doen we erover. Wow. De pringles van een nietsvermoedende toerist onderweg helpen me er doorheen.
De locale pizza smaakt goed. Het is bed is heerlijk. Het t-shirt is nog beter.
En omdat hij het verdient. De berg in z’n eentje.
Epiloog:
De ochtend erna was ik ervan overtuigd dat ik nooit terug zou komen. Kapot, te zwaar, etcetera. ‘s Middags wist ik al beter. Deze keer was de berg me de baas, dat moet anders. Ik kom terug.Dit is met niets te vergelijken, dit is hele verslavende drugs.
Uitslag: HIER.
Bedankt Support Crew V-team, Douwe en Emile Veenstra. It foel net mei, mar we hebben ut dien!!
Bedankt Suzanne en Weda voor jullie steun. Volgende keer zijn jullie erbij! Ik heb jullie gemist.
Bedankt Dorhout Advocaten en Hans Koenders in het bijzonder voor de steun. Had het niet zonder gekund!
Bedankt Runnersworld Groningen en Cycletrend Groningen voor de steun, in het bijzonder de specifieke materiaalsteun voor de Norseman. Goed materiaal is de helft!
Bedankt Henk Jager sportpodologie. Zonder zooltjes was er geen Norseman voor mij geweest.
Bedankt Andre Bus voor het lenen van je wielset, ze reden smoooottthhh…. Gerard TvS voor het lenen van de neopreen warmhoudertjes. Ik was warm! Bedankt Jerzy voor de toe-warmers. Uiteindelijk niet nodig, but it’s the thought that counts 🙂
Bedankt iedereen die me gevolgd en aangemoedigd heeft.
Details:
Materiaal:
Zwemmen:
Aquaman Goldcell wetsuit
AquaSphere Kayman zwembril; transparante glazen vanwege zwemmen in donker/schemering.
Neopreen zwemcap/sokken: ondanks 18 graden; lekker, niet te warm.
Fietsen:
Cervelo P3; ultegra 54/39 voor, 11-28 achter. Een versnelling tussen de 24 en de 28 was mooi geweest. Frankensteinversnellingen mogelijk gemaakt door de handigheid van de mechaniekers van CycleTrend.
Dura-ace C50 wielen. Goede bombproof wielen, maar zou zelf nog meer aero gaan de volgende keer. Discs en diepere wielen waren overal, zeker voorin het veld.
Windstopper mouwloos op verschillende momenten. Fietsshirt kort en lang. Armstukken en kniestukken op aanvraag. Alles van de huislijn van CycleTrend.
Toecovers de hele race.
Lopen:
Skinfit Plasma trisuit.
Asics Skyspeed. Wellicht iets zwaardere schoenen voor het bergachtige gedeelte, bijvoorbeeld offroad hardloopschoenen.
Adidas Adizero Running rugzak voor het echte werk. Licht en comfortabel, verkrijgbaar bij Runnersworld Groningen.
Falke shorty runningsocks.
Headsweats Ironman Hawaii finishers cap. Voor de goede mojo.
Voeding:
Startdoel:
Fiets:1 bidon 750ml per uur, 40 gram Go Electrolyte per bidon. Elke 40minuten 1x Go Gel. Halverwege 1x Flapjack.
Lopen: Elke 20 minuten 1x Smart gel. Bidon met Go electrolyte op aanvraag.
Uitvoering: Door de omstandigheden qua weer en terrein niet altijd aan schema kunnen houden. Veel minder gedronken, uiteindelijk ~5 bidons in 7 uur. Kreeg Flapjack niet naar binnen. Iets meer gels gegeten.
Lopen ging goed tot aan de berg. Onderaan berg is de eerste verzorgingspost, daar water gedronken, daarnaast een zout snoepje aangenomen (ook zoute worst beschikbaar). Was zo goed dat ik SC gevraagd heb dit mee te nemen. 4 of 5 opgegeten omhoog. Op de berg eigenlijk niets meer gegeten. Gewoon gaan.
Hey Jacob,
Indrukwekkend bericht, respect! Binnenkort toch maar weer de roeibaan ; )?
Groetjes,
Mirjam