Oktober, net na de Ironman van Hawaii (tot diep in de nacht gekeken op Duitse TV. Gelukkig was de wedstrijd erg spannend en inspirerend, want van het duitse commentaar hoef je het niet te doen) is het tijd om terug te kijken op het afgelopen triathlonjaar.

Een triathlonseizoen verdeelt zich globaal in 3 stukken;

1. Na/Voorseizoen. Globaal de periode waarin veel hardloopwedstrijdjes worden gedaan. Ook zijn er dan verschillende duathlons (lopen-fietsen-lopen) en wintertriathlons (met schaatsen).
2. 1e seizoenshelft. Van Mei tot eind Juni/begin Juli. Vooral in het Noorden is het dan erg druk.
3. Na de bouwvak krijgen we de tweede golf, tussen half augustus en eind september/begin oktober.

Het Na/Voorseizoen was weer traditioneel. Omgaan met blessures! In mijn geval was dit knieproblemen in de vorm van TIFS. TIFS? Tractus Iliotibialis Frictie Syndroom. Dit betekend dat je een irritatie hebt aan de peesband die over de zijkant van je been loopt. Ilio is dan het punt waar de band ontspringt (heup) en Tibialis is het punt waar de band in uitloopt (bot in je scheenbeen). Nu zit er een gewricht tussen die beide punten (knie) en daar is dan ook het probleem. Door een aantal factoren (bijvoorbeeld overbelasting) kan het zijn dat deze band wat strakker wordt. Daardoor schuurt deze als het ware over je dijbeenbot heen, op weg naar je scheenbeen. Wat schuurt irriteert, dat weet iedereen die zich wel eens heeft uitgeleefd op het hoogpolige tapijt.

Wat je voelt (wat ik voelde) was echte zenuwpijn. Na een paar minuten hardlopen was de pijn zo heftig dat ik wel moest stoppen. Dit ondanks zeer ver doorgevoerde Friese koppigheid.
De therapie hiervoor is fricties. De (sport)fysiotherapeut zet zijn vinger of duim op DÉ plek en gaat aan het wrijven. Dit moet de doorbloeding stimuleren en de pijn dempen. Beetje zoals wrijven over je elleboog als je je gestoten hebt. Dit in combinatie van specifieke krachttraining en een langzame opbouw (ik leer het nog wel eens) ben ik er best wel goed “bovenop” gekomen.

Meer informatie over TIFS (of ITband syndrome) vind je hier: http://www.mtchuizen.com/tractus.php
http://www.sgcvisser.nl/Knietractus.html

Hierdoor ging ik ging ik wel meer fietsen. En dat Meer=Meer bleek wel in de maanden daarna…….


Al het hele jaar had ik er naar uitgekeken. De triathlon in Antwerpen. Een echte Ironman evenement, dus groots aangepakt. Ik had mijn hele seizoen erop afgestemd en stiekum, diep van binnen, wilde ik me kwalificeren voor de wereld kampioenschappen 70.3 (halve triatlon) in Florida.

Voorafgaand: De eerste helft van het seizoen zou in het teken staan van Olympische Afstand triathlons met de nadruk op het NK in Stein. Ik raakte steeds beter in vorm en ik voelde me sterk, zeker begin juli na Holten. Die vorm moest worden overgezet naar Antwerpen. Een schema werd gemaakt met langere trainingen, en omdat het vakantie was kon er schaamteloos geluierd worden tussen de trainingen door. Ongeveer twee weken voor de wedstrijd kreeg ik last van mijn maag. Zo knagend gevoel en je heel lusteloos voelen. Beetje zoals als het collegejaar weer begint. 🙂 Ik kwam er maar niet achter waar het aan lag, en de adviezen van anderen waren sterk gekleurd. Maagzweren, stresssyndromen, grieperigheid, alles kwam voorbij. Helaas geen oplossing. Uiteindelijk maar weer heel koppig gaan trainen. Vorm weg, maar misschien komt ie weer terug. (Hoop doet leven!)

Het weekend: Op zaterdag naar Antwerpen gereden. Het is niet te ver weg (ongeveer net zo lang rijden als Stein) en toch ben je helemaal weg. Het was prachtig weer en we hadden een appartement gehuurd zodat Jacob zijn eigen wedstrijdpasta kon oppeuzelen.

Het was een niet helemaal schoon maar verder zeker een aanrader. Veel ruimte, geen verplichtingen. Op zaterdagavond vast spulletjes opgehaald en tasje met loopspullen weggebracht. De wisselzone’s waren verdeeld over de verschillende oevers van de Schelde dus dit was “makkelijker”. Daarna nog racebriefing door Belgische triatlon held Marc Herremans. Deze zei dat je de loopspullen ook zelf in T2 kon leggen op zondagochtend. Damn! Maar goed, niet getreurd, zal wel goed komen (dacht ik toen L ). Als je om je heen kijkt bij zo’n inschrijfbureau dan valt je op wat raar volk we zijn. En Ironman volk is nog aparter. Meestal kaal, pezig en bij voorkeur getooid in zo veel mogelijk kledingstukken van Ironman met daarop vermeld de titel “FINISHER” en de naam van de betreffende Ironman wedstrijd. Vanzelfsprekend dat de ene wedstrijd prestigieuzer is dan de ander. Snel terug naar het appartement om te eten, vroeg op bed met spanning in de maag. Spannend, nu gaat het gebeuren.

De dag zelf: Vroeg op gestaan. Begonnen aan m’n bruine bolletjes. Op een of andere manier vind ik dat lekker voor een wedstrijd. Opeens hoor ik KRAK! Breekt er zo een enorme brok uit 1 van mijn kiezen. Opeens wordt het me duidelijk waar die maagklachten vandaan kwamen. Anyhoo, niet getreurd op weg naar de start. Die overigens verder weg is dan je denkt, omdat je nog even met een enorme tunnel (inclusief liften) moet om onder de Schelde door te komen. Dan in T1. Groot! Veel mensen! Dan hoor ik dat er niet ingezwommen mag worden. Alleen de PRO’s mogen 10 minuutjes badderen, de rest mag in wetsuit op de kant blijven staan. Ideaal want het is nogal frisjes bij een graad of 30. Dan kun je wel wat broederlijke warmte gebruiken.Na een kwartiertje mogen we eindelijk erin. Snel de armen los maken en je verbazen dat op de een of andere manier niet iedereen vooraan wil liggen? Misschien dat alleen in Nederland de free-fight-techniek populair is? Verhalen uit Wilhelmshaven lijken dat te bevestigen 🙂

Zwemmen: 31:39 141/870

Al gauw merkte ik dat ik spaghetti armen had. Geen macht en geen kracht. De omgangsvormen in het water waren vrij fatsoenlijk. Ik probeer rustig te blijven malen en me niet druk te maken over die ene kerel die het nodig vindt mij (bewust) een klap op mijn rug te geven. Ik zwom namelijk in zijn zwembaan. Sorry nog. Nadat ik ook nog (per ongeluk) een trap in mijn gezicht krijg bij het ronden van de 1e boei schiet de stress erin. Kramp in mijn buikspieren.Diep ademhalen en zoveel mogelijk ontspannen. Ik blijf maar malen maar moet een paar keer stilliggen. Ik begin te twijfelen wat ik hier ook alweer aan het doen ben. Ik zie een zwemtijd van 40 minuten in mijn hoofd. Toch maar doorzetten. Zou het motto van de dag worden. Kan steeds niet aansluiten bij een groepje, maar als ik dan eindelijk op de kant sta zie ik een tijd van 31 minuten op de klok. Dat valt reuze mee. Rustige dribbel naar mn fiets (want ik heb heel gevoelige voetjes 🙂 ). Alwin trouwens bedankt voor het lenen van het wetsuit!

Fietsen: Officieel 2:36 234/870 Onofficieel 2.24 en rond de 60e/70e plaats

Op de fiets moet het gebeuren. Alles staat klaar, voldoende gelletjes en drinken mee. Het parcours is eigenlijk grotendeels door het havengebied/industriegebied. Niet echt sight-seeing.

Al gauw voel ik hoe fijn mijn nieuwe pakje (Skinfit) is. Kurkdroog binnen de kortste keren. Dan merk ik dat de stayerregels hier ook niet echt worden nageleefd. Al snel vormen er groepjes en men heeft er plezier in om mij gaten met groepjes in de verte te laten dichtrijden. Ik probeer gewoon stoïcijns mijn wedstrijd te draaien. Ik heb geen idee waar ik lig maar ik heb er wel een redelijk goed gevoel over. Er doen zoveel mensen mee, die je vooral niet kent. Is ook weer wat anders dan het vertrouwde publiek. De bevoorrading op de fiets is fantastisch. Meerdere punten staan mensen met bidons water en gatorade, gelletjes en powerbars en natuurlijk fruit. Ik pak in de vliegende vaart een bidon water en een fles gatorade aan en daarmee vul ik mijn aerobottle. Dat werkte perfect. Op veel plekken zijn spoorrails waar matten overheen zijn gelegd. Behalve 1. Raar. Ik blijf rustig malen en verbaas me niet over de kerel die op een totally pimped out Felt DA met zipp 999 me voorbij komt denderen als het vlak is, maar elke keer als de wind opsteekt of als we een viaduct op moeten (kwam nogal eens voor) rechtop gaat zitten en een klein verzet draait, zodat ik hem weer inhaal. Het begrip Ironman trekt mensen van verschillende pluimage aan……

Helaas is de jurymotor (die eigenlijk de hele tijd bij me in de buurt is) niet erg daadkrachtig. Elke keer roept de man;”afstand houden” naar de mensen die “op het randje” rijden. Maar dat is dan ook alles. Na een km of 70 heb ik toevallig wat water over van een drinkpost. Die gooi ik over mijn hoofd. Het is zóóóó warm. De inschatting was toch niet helemaal goed geweest, want ik ben toch behoorlijk gefrituurd, naar goed belgische gebruik..Het laatste stuk is door de stad. Ik was wel aan lopen toe ,zullen we maar zeggen na 90 klikjes in de hitte. Nog een kasseienstrook die me mijn dop van mijn aerobottle kost (ducktape redt dus niet alles). Het Parc Ferme indenderen met een ITU-wissel in gedachten. Nu moet het gebeuren!

Daar aangekomen begint de ellende. Net onder de drie uur van de fiets, Ik ren (wederom voorzichtig 🙂 ) naar mijn plek. Ik zet mijn fiets neer en kijk om mee. Niets. Geen tas. Iets naar rechts dan? Niks. Iets naar links begint mijn ietwat kortsluitende brein te hopen. Natuurlijk ook niets. Dan gaat alles snel. Vrijwilliger aanspreken, Vrijwilliger in paniek. Vrijwilliger kalmeren. Boos worden. Samen zoeken. Coördinator erbij. Niets. Ren-ren. Niets. Schelden. Niets. Op de grond zitten met handen in het hoofd. Niets.
Toen waren de opties uitgeput. Ik heb ongeveer 12 minuten rondelopen in het Parc Fermee. Niets zo frustrerend als de ene na de andere atleet voorbij te zien komen.

Uiteindelijk maar op blote voeten het PF uitgewandeld. Ik ben gekomen om te finishen is de ietwat idiote gedachte.

Lopen: 1.52 294/870

De eerste paar honderd meter wandel ik op blote voeten. Kasseien. Heerlijk. Na 200 meter staat er een man langs de weg die vraagt wat er aan de hand is. Ik leg uit hoe en wat. Hij biedt zijn schoenen aan. Waarom niet? Helaas 1 ½ maat te groot en niet mijn schoenen, maar het zijn in ieder geval schoenen. Ik begin te dribbelen maar de stress zit nu door mijn hele lijf. Ik pers er een sukkeldrafje uit. Na 2 km zie ik Suzanne. Ik stop even en leg haar uit wat er aan de hand is. Het wordt nog een lange dag. De zon brandt op mijn gezicht want mijn zonnebril en petje zaten ook in de tas. Ik ga maar weer verder, immers er is nog wel een stukkie te gaan. Er zijn een hoop mensen op het parcours. Ik word eigenlijk constant ingehaald, ik zie alle toppers voorbij komen. Degene die het hardst voorbijkomt, lijkt Mariska Kramer te zijn. Respect Mariska! Helaas wordt ik ook ingehaald door mensen waar ik niet door ingehaald wil worden. De moed zakt me nog verder in de geleende schoenen. Bij elke stop drink ik, en gooi ik water over me heen. Tot gevolg hebbende dat de schoenen nat worden en ik nog meer door de schoenen glijd. Door bochten is het net alsof ik op skies sta. Afzetten opzij….Brrrrrrrr.

Het wordt steeds warmer en warmer. Ik vind een ritme van ongeveer 12 per uur. Ik kan het niet meer opbrengen om harder te gaan. Nog even probeer ik te versnellen als de 5 uur grens in beeld komt. Het heeft geen zin.

Vrolijk op de finishlijn.


Finish: 5.03.xx

Ik finish net over de 5 uur. Ik loop meteen tegen de kerel aan waarvan ik de schoenen heb geleend. Naar beneden kijkend realiseer ik me dat m’n schoenen letterlijk vol bloed staan. De volgende 10 minuten breng ik door bij een fontein, de schoenen schoon proberen te krijgen. Ik bedank de man (NOGMAALS BEDANKT!!!!!) en hink naar de EHBO. Daar wordt alles afgeplakt want ik moet half Antwerpen nog door. Als Suzanne niet zo goed voor me had gezorgd had ik er nu waarschijnlijk nog gezeten. Op blote voeten cross ik door Antwerpen.Ik ben een behoorlijke bezienswaardigheid. Als we aankomen bij het Parc Ferme zeg ik nog tegen Suus dat als m’n spullen er nu wel liggen ik gek word. En ja hoor. Keurig netjes bij m’n fiets ligt het verloren gewaande tasje. Helaas geen briefje erbij. Of een ticket naar Florida 😛

Uiteindelijk is het niet het einde van de wereld. ‘s Avonds (op slippers, dûh) gaan we lekker eten

in Antwerpen. Buiten op het terras bij een geweldige Italiaan, onderaan de kathedraal van Antwerpen. Zonnetje erbij, omringd door allemaal verschillende nationaliteiten en op de koop toe een enorme ijscoupe bij de authentieke ijsboer. Welverdiend lijkt me. Maandagochtend wordt er nog geluncht en gewinkeld in de prachtige binnenstad.

Uiteindelijk is er maar 1 conclusie; 1 enorme clusterf*ck-up….maar toch een prachtige wedstrijd in een prachtige stad. Leg alleen wel zelf je schoentjes klaar.

Ik kom volgend jaar zeker nog een keer. Een dergelijke wedstrijd verdient een herkansing.

Jacob

PS; Er waren 7 plaatsen te verdienen voor het WK 70.3. Als (áls) ik in de buurt van een 1.30 halve marathon had gelopen was ik net onder de 4,30 gedoken. Nr’s 6 en 7 gingen na 4.28.39 over de finish. Zuur.


Welkom op mijn “blog”. Ook ik ga eraan geloven. Een kijkje in wat ik doe en wat ik vind.
Ik loop niet alle verjaardagen af en heb het vooral druk met mezelf :P, dus voor iedereen die wil weten wat me bezig houdt (ik hou jullie allebei in de gaten) is dit de manier om er achter te komen.

Wees vrij om een reactie achter te laten….